Langs de Rivièra.

Het is vreemd om van Europa in een ander werelddeel terecht te komen, met andere zeden en gebruiken. Maar het is nog vreemder om weer in Europa terug te keren. Je voelt je veel veiliger, de mensen, die je ziet, zien er ook als mensen uit. Wat een verschil met een Arabier en Inlander.

De eerste plaats, die ik in Europa aandeed, was Genua. Het was Zondagmorgen en een heerlijk zonnetje scheen over de stad. Boven de bergen kon je de prachtige Italiaanse lucht zien. Zondagmiddag heb ik de stad in zijn geheel eens goed bekeken. Het ligt prachtig tegen de bergen opgebouwd. Overal bloeide mooie bloemen en overal hoorde je de vogels zingen.
Ik had het gevoel, dat het lente was.

Een paar dagen daarna zijn wij naar de volgende Rivièra gegaan nl. Marseille. ’s-Morgens kwamen wij eraan en 's-avonds zijn wij er weer vertrokken. Deze plaats lijkt precies eender als Genua in de verte. Je ziet haast geen verschil. Overal zag je het frisse jongen groen, terwijl de bomen in Holland nog kaal waren.

Aan boord kwamen handelaren met parfum en sigaretten en spiegeltjes met pornografie erin verwerkt, waarmee Frankrijk zo'n bekende faam heeft. Maar de kooplust voor deze artikelen was bij ons aan boord niet bijster groot.

’s-Avonds verlieten wij Marseille om naar Barcelona te vertrekken. De volgende morgen konden wij er zijn. 's-Morgens toen ik wakker werd, lagen wij voor de Spaanse kust. Het land waar Alva geboren werd en waar de romantische figuur Don Quichotte leefde Het land, waar tegen wij 80 jaren hebben gevochten voor onze vrijheid. Dit land lag voor mij. Op de steile bergwand stond een vesting, die mij aan de riddertijd deed denken. Langs de kade liepen politiemannen met keurige uniformen. Zij leken wel op Duitse soldaten met hun lange jassen. Voort's zijn ze erg koel en is er aan hun geen eer te behalen.

Er heerst hier een heel andere geest dan in Frankrijk en Italië. 's-Avonds staan er bij ons mensen aan de kade, om wat eten te krijgen, dat nog overblijft. Precies zoals bij ons in de oorlog bij de Amerikanen en Engelsen. Je pakt dan maar een paar blikjes en vult die met soep, dan hebben die mensen ook eens een goede avond.

Barcelona heeft prachtige oude bouwwerken en een mooi standbeeld van Columbus op een hoge pilaar. 's-Avonds ben ik in de stad gegaan en het is daar één en al drukte. Dezelfde drukte als bij ons op de boulevard zomers. Oude vrouwtjes van een jaar of tachtig verkopen schreeuwend hun kranten. Andere verkopen weer sigaretten.

Overal heb je cafétaria's, waar je op zijn Spaans kan eten bv. Macaroni n [sic] spaghettie. Je hebt één grote brede hoofdstraat met mooie lichtreclames. De zijstraatjes zijn erg smal en donker. Het zijn met recht slopjes. Ik ben zo'n slopje eens binnen gegaan. Je vindt er overal een kroegje. Je kan zoiets bij ons vergelijken, als de zijstraatjes van de Spuistraat. Daar zijn de straatjes ook erg smal en vind je ook hier en daar een cafeetje.
Onderweg kwam ik een paar Javanen tegen, die mij met veel lawaai groeten, zodat heel wat Spanjaarden omkeken.

Naar stierengevechten heb ik niet gekeken. In de kiosken kan je overal ansichtkaarten daarvan kopen. Een Spanjaard schijnt zoiets mooi te vinden. Je kan daar ook kleine wijnflesjes kopen, ter grote van een apothekers-flesje. Spanje is bekend door zijn Spaanse dansen en muziek. Ik heb in de stad daarvan niets gezien. Misschien in de dorpen, waar misschien een opgewekte geest heerst. Ik vond het er erg mooi In Spanje, alleen de gezelligheid ontbrak.

➖➖➖➖00000000➖➖➖➖

Naar Huis.

Door de storm konden wij de haven van Cadiz niet binnen vallen. wij moesten vier dagen op de rede blijven liggen. Dat was jammer, want nu kon ik mijn verjaardag niet thuis vieren. De vierde dag konden te Cadiz voor wal gaan. Het was daar behoorlijk fris. Aan boord van ons schip kwam een opvarende van de "Plato", een scheepje van de K.N.S.M.
Hij stond te pochen, dat het schip van hun zo'n vaart liep. Maar een paar dagen later haalde wij hem in. Wij voeren rakelings langs het schip.

Nog een paar dagen en dan zou ik weer thuis wezen. Dan was de reis afgelopen. Zaterdagavond voeren wij in het Kanaal; ik zag de Franse kust als een groen tapijt uitstrekken. Het was daar geweldig druk in het Kanaal, overal zag je schepen van allerlei soort en nationaliteit varen. De temperatuur was zacht.

De volgende dag hadden wij mist. waardoor wij langzaam voeren. Tegen de middag waren wij in Vlissingen. We waren in Holland aangekomen. Het weer was guur, telkens kwamen er mist banken opzetten en 's-avonds konden wij de lichten van Antwerpen zien en 's-morgens toen ik wakker werd, lag ik in Antwerpen voor de wal.
We moesten daar olie uitladen, maar tot overmaat van ramp was de pomp stuk, dat kostte ons weer een dag oponthoud.

Op weg van Antwerpen en Rotterdam moest ik honden wassen. Toen ik klaar was, wilde ik de honden laten opdrogen, maar de eigenares wilde persé, dat dit in de hut moest gebeuren. In de hut lag een mat en daarop begonnen de honden te stoeien. Ze werden nu nog zwarter dan ze geweest waren. Het viel voor mij niet mee om deze grote honden de baas te blijven, want ze sprongen tegen mij op en maakten een hels kabaal. De haren vlogen in het rond; in een ogenblik waren de mooie witte honden pikzwart. De barones had nu haar zin.

Tegen vijf uur zag ik Scheveningen opdagen. De hemel was donkergrijs en prachtig staken de blanke toppen der duinen er tegen af. We voeren nu de Nieuwe Waterweg binnen. Het was voor mij een vreemde gewaarwording weer Hollandse dorpjes en steden te zien.
De zon begon nu heerlijk door te komen en er lag een gouden glans op het water.

Een V.N.S. boot stoomde naar buiten het ruime sop tegemoet. Zo'n thuiskomst is altijd een feest voor de bemanning, iedereen is in een beste stemming. Om negen uur lagen wij voor de kant en nu moest ik gauw mijn spullen bijeen rapen en naar de douane-beambten gaan. Toen dit gebeurd was, moest ik zien een taxi naar Scheveningen te krijgen. Gelukkig kwam ik een andere matroos tegen, die ook die richting uit moest, zodat we die taxi samen konden huren.

In razende vaart gingen we door het donker. Voor dat je het wist waren wij in de Menninckstraat en dat was het einde van de reis. Ik moest nog een reisje haar Hamburg maken, en dan zou ik afmonsteren.

➖➖➖➖00000000➖➖➖➖

VAREN.

Iedere jongen zou willen varen, maar vele komen daartoe niet. De een komt van school en wordt aangelokt door een mooi kantoorbaantje en de ander is bang voor zeeziekte en voor lang van huis zijn.
Toen ik in de wachtkamer zat tussen al die ruwe zeelui, zag ik er ook wel een beetje tegen op. Moet ik met zulke lui varen, dacht ik bij mij zelf. Maar als je een poosje met ze gevaren heb, valt dat best mee. Het enige wat bij varen er af is, dat is de romantiek. Menseneters en kanibalen kan je tegenwoordig niet meer tegen komen op je reis.

Het enige wat niet vergaat, is de schoonheid der natuur. Steeds kan ik de palmbomen en de mooie zeeën en wolken, die ik gezien heb, maar niet vergeten. Bij sommige is varen een drang naar avontuur, maar ze worden daarin teleurgesteld en gaan de wal weer op, het eenzame leven is niets voor hen. Andere leren een meisje kennen en verlaten daardoor de zee. Die om deze reden de zee verlaten zijn de meesten.
Aan boord van de grote vaart-vloot, vindt je meest ongehuwde mannen. Getrouwde mannen komen er weinig voor. Dat is wel te begrijpen, welke vrouw wil met een man trouwen, die het grootste deel van zijn leven weg is.
Achttien maanden duurt meestal zo'n reis en dan een paar weken thuis en dan weer de zee op. Zo gaat het steeds maar door.

Vroeger was Nederland een van de grootste zeevarende naties, maar nu is het lelijk in verval. De vloot wordt bemand met mensen, die geen verstand van zeezaken hebben. Verven en soppen, meer kunnen ze niet. Uitzondering maken daarop de bootslieden en de kwartiermeesters. Maar dat is ook niet te verwonderen, dat er zulke toestanden heersen. De matrozen vervelen zich allang niet zo erg als vroeger. Ze zitten zo in een andere haven plaats en verder is er volop lectuur aan boord en soms is er radio. Ze zitten daarom nooit in hun vrije in touwwerk te knutselen.
Maar daaraan komt een einde aan.
Er zal een tijd komen, dat elke matroos een diploma zal moeten hebben voor hij varen gaat en dan zal de Hollandse vloot weer bemand worden met goede Hollandse zeelui.

➖➖➖➖00000000➖➖➖➖